donderdag 18 december 2008

Idee van de conservator

Inderdaad, web 2.0 leer je niet in anderhalve dag, er zijn simpelweg teveel nieuwe mogelijkheden. Mijn hoofd duizelde er af en toe van. Ik beschouw deze cursus dan ook als een eerste kennismaking met de materie.De cursus heeft in ieder geval duidelijk gemaakt dat musea deze nieuwe mogelijkheden kunnen gebruiken om op een andere manier met een deel van je publiek om te gaan. Het is daarbij inderdaad belangrijk dat wij als museum een visie ontwikkelen op het gebruik van deze nieuwe media. Van het programma NING zag ik onmiddelijk het nut en voordeel voor het museum. Het museum kan eigen sociale netwerken opzetten die zijn gericht op een bepaald thema of deelgebied. Ik dacht zelf aan een netwerk voor geinteresseerden in(Nederlandse)tegels. Daarbij valt te denken aan verzamelaars, kunsthistorici, onderzoekers, publicisten etc. Als je onderzoek doet naar bepaalde typen tegels, een werkplaats o.i.d. kun je snel en makkelijk vragen stellen aan anderen of informatie delen. De afstand tussen personen wordt door een dergelijk netwerk kleiner wat uitwisseling en samenwerking ten goede komt. Ik heb op de cursus als eerste aanzet al een pagina aangemaakt. Deze moet echter nog verder worden aangepast. Ik zou graag willen dat mij het komende jaar de mogelijkheid wordt geboden om dit onder werktijd verder uit te bouwen. Zo kunnen wij als museum ervaring opdoen met digitale sociale netwerken. De opgedane ervaringen kunnen we gebruiken voor toekomstige projecten.

dinsdag 9 december 2008

De mens als informatieverwerkend vluchtdier

Overal erfgoed heet de presentatiesessie die ik na de lunch bezoek. Voorzitter is Isjah Koppejan van Erfgoed Nederland. De eerste presentatie is van Tom van de Ven van TENQ/Stichting Waterwijs. Hij vertelt hoe je jongeren verleidt om kraanwater (goed voor je lichaam en goed voor het milieu) te drinken. TENQ heeft watercoolers met een beeldscherm gemaakt die inmiddels op 400 scholen staan en 300.000 leerlingen van 12 t/m 18 jaar bereiken (dat is meer dan 33 procent van alle middelbare scholieren). Uit de watercooler komt kraanwater en op het beeldscherm zijn elke dag nieuwe filmpjes te zien. De content kan aangepast worden per leeftijdscategorie of schooltype. Scholieren en docenten kunnen ook zelf video's maken voor de watercoolers en die uploaden op de site van TENQ. Ook overheden en maatschappelijke organisaties zoals het Rode Kruis kunnen films maken voor de TENQ-schermen.

TENQ heeft behoefte aan goede content, vertelt Tom van de Ven. Ook erfgoedinstellingen zouden filmpjes kunnen maken om bijvoorbeeld erfgoed in de buurt te promoten. Wist je dat in de buurt een Romeinse vestiging is, zou bijvoorbeeld de boodschap kunnen zijn van een erfgoed-video.

De tweede presentatie heeft de fascinerende titel 'De mens als informatieverwerkend vluchtdier' en wordt gehouden door Liesbeth Weijs van het Parlementair Documentatie Centrum (PDC). Het PDC denkt na over de 'informatieparadox' en vraagt zich af hoe informatie hergebruikt kan worden.

Mensen zijn vluchtdieren, zegt Liesbeth Weijs. Als er gevaar dreigt hollen we hard weg. Dat zit nog in het reptieldeel van onze hersenen verankerd. Tegenwoordig zie je vaak niet waar het gevaar vandaan komt en waar je naartoe moet vluchten. We krijgen de hele dag signalen die we moeten verwerken. Waar moet je nu met je spaargeld naartoe? Welke bank is nog wel betrouwbaar?

Negeren is een strategie om met gevaar en een overschot aan informatie om te gaan. PDC is ervoor om informatie hanteerbaar en beschikbaar te maken. Mensen moeten kunnen herkennen wat ze met informatie kunnen. Er moet een herkenbaar belang zijn. Er zijn 5 G's om te toetsen of informatie van belang is:

1. Gevaar
2. Gewin
3. Genot
4. Groep
5. ?

Het PDC doet een proef met het ANP om de nieuwsagenda te verrijken en informatie toegankelijker te maken. Ze hebben een informatiepiramide gemaakt van beknopt en begrijpelijk tot bedoeld voor wetenschappers. Per laag wordt de informatie uitgebreid van boven (beknopt) naar beneden (zeer uitgebreid). Een praktisch voorbeeld van de informatiepiramide is de website Europa Nu. Deze site biedt op verschillende niveaus informatie over Europa. Via een overzichtelijke navigatiestructuur kun je steeds meer informatie lezen over bijvoorbeeld het landbouwbeleid. De site kent ook verschillende ingangen, zo is er een aparte pagina voor jongeren.

Wim-Jan Kolpa van Tijdsbeeld Media en NostalgieNet vertelt tot slot hoe je het verleden tot leven kunt brengen. Tijdsbeeld Media maakt op commerciële basis consumenten-dvd‘s, tv-producties, bedrijfsdocumentaires en tentoonstellingsprojecten met als uitgangspunt archiefmateriaal. Tijdsbeeld Media heeft meer dan 400 dvd's gemaakt waarvan 3 miljoen exemplaren zijn verkocht. "De archieven zitten op goud", zegt Wim-Jan Kolpa.

Archief-exploitatie leidt tot innovatie, zegt Wim-Jan Kolpa. Je kunt archiefmateriaal bijvoorbeeld gebruiken voor verjaardagscadeaus. Kolpa noemt de serie 'Jouw geboortejaar in beeld'. De dvd-reeks ‘Mijn Verleden. De Staatsmijnen in beeld’, waarvoor geput is uit het archief van DSM, leverde veel goodwill op voor DSM. Het bedrijf was eerst sceptisch over het uitgeven van delen van het archief omdat het bang was voor een negatief beeld (mijnwerkers met stoflongen).

Een andere manier om de inhoud van archieven te verspreiden is NostalgieNet, een onderdeel van Tijdsbeeld Media. NostalgieNet zendt 24 uur per dag beelden uit archieven uit en heeft een bereik van 1,7 miljoen mensen.

(Foto van TENQ)

Stemmen voor de Digitaal Erfgoedprijs

Het project met de minste stemmen wint de Digitaal Eerfgoedprijs, die dit jaar voor het eerst wordt uitgereikt. Op het podium in De Doelen, waar de Digitaal Erfgoedconferentie 2008 plaats vindt en van waaruit ik vandaag live blog, stellen vertegenwoordigers van erfgoedinstellingen hun projecten voor. Het gaat om projecten die in het kader van de subsidieregeling Digitaliseren met beleid genomineerd. In razend tempo vertellen de projectleiders wat ze gedaan hebben. Als het te lang duurt, grijpt Frans Hoving van Erfgoed Nederland genadeloos in door de microfoon weg te rukken. Aan het eind van de dag worden de stemmen geteld en tijdens het diner wordt de prijs uitgereikt.

(Afbeelding: DOK Agora – Storyboard of my Life. Daarmee kunnen bezoekers van de bibliotheek hun eigen verhaal en tentoonstelling laten zien en horen in een multimediale plaats in de bibliotheek.)

vrijdag 28 november 2008

Jaloers!

Van alle afdelingen van onze twee musea konden één of hooguit twee medewerkers deelnemen aan de pilot Friese Musea 2.0. Nadat de eerste uitnodiging de deur uit was, kreeg ik een paar afmeldingen. Collega's hadden het te druk, een tentoonstelling moest bijna open, er moest ingericht worden en andere goede redenen werden gegeven bij afmeldingen. Het programma (een introductiemiddag, twee innovatieworkshops, huiswerk) gaf soms reden tot vragen. Veel gehoorde reactie: 'wanneer moet ik dit er nu allemaal bij doen, moet dit ook nog allemaal, ik heb al zo weinig tijd'.
Hoe prettig wat het afgelopen week toen het hoofd collectievorming en -onderzoek aan mij vertelde dat tijdens het Conservatorenoverleg nogal geklaagd werd over het feit dat maar een paar mensen betrokken was bij de pilot. De conservatoren hadden de indruk dat zij kennis gingen missen. Ik heb dit als een compliment opgevat! Er is een zekere urgentie ontstaan en collega's willen de boot niet missen. Een half jaar geleden werd over dit soort onderwerpen niet gesproken in het Conservatorenoverleg.
De musea zitten nu midden in een veranderingsproces. Door de pilot heeft een kleine groep medewerkers meer inzicht in de tools en mogelijkheden van Internet. Er is een discussie gestart over de manieren waarop het museum bezoekers kan betrekken. Het besef begint te leven dat we onze boodschap, onze evenementen, onze kennis op meerdere manieren tegelijk via meerdere kanalen kunnen verspreiden. En dit kost niet altijd evenredig veel meer tijd. En juist dat laatste wordt vaak als excuus gebruikt om nieuwe technieken en mogelijkheden niet te gaan gebruiken.
Eerder hebben we in dit weblog al over de Quilt-tentoonstelling geschreven. Eerder deze week keek in het papieren bezoekersboek bij de ingang van het museum. En wat zag ik daar: een Quilt-enthousiasteling die de groeten deed via dit bezoekersboek aan andere leden van de zogenaamde Square Tomato Quilters. Een mooi voorbeeld van de behoefte van mensen om gelijkgestemden te ontmoeten en nu werd het bezoekersboek van het museum daarvoor gebruikt. Maar met de Quilt-tentoonstelling in het museum geven we de quiltliefhebbers (en die zijn er heel veel gezien de enorme bezoekersaantallen) een podium en een aanleiding om met elkaar te praten. De komende tijd gaan we dit ook op Internet organiseren! Niet omdat alles via ons museum moet lopen, maar om onderdeel te worden van de quiltgemeenschap. We organiseren tenslotte niet voor niets een tentoonstelling over dit onderwerp.
Het leert het museum dat we bij volgende tentoonstellingsprojecten onszelf ook moeten afvragen: waar bevinden onze publieksgroepen zich op Internet? En op welke manieren kunnen we hen betrekken bij onze programmering? Uiteindelijk zal dit ook meer bezoek opleveren: op een weblog stond de reactie van Duitse Beate: OH Leeuwarden is almost 2 hours away, I'll go there. Is dat even gratis promotie!

woensdag 26 november 2008

Quilts in de conversatie

Mensen praten over van alles en nog wat op internet. Om te zien hoe er over je eigen organisatie of bedrijf wordt gesproken kun je bij Howsociable kijken. Als je "fries museum" intikt en bij de weblogzoekmachines Technorati en Google Blog Search kijkt zie je tal van berichten over het Fries Museum. Je ziet al snel dat niet alleen het vertrek van directeur Cees van 't Veen en de verhuizing naar het Zaailand onderwerp van gesprek zijn, maar ook de voorbereidingen op de tentoonstelling 'Quilts - Kunst met een Q'. Zo blogt de Amerikaanse quiltkunstenares Pam Rubert in oktober over de twee stukken die zij op verzoek van het Fries Museum voor de tentoonstelling aan het maken is. Ze laat ook foto's zien en vertelt hoe ze het ijs op de quilt Skating on thin ice heeft gemaakt. In een eerdere posting vertelt Rubert over de ontstaansgeschiedenis van het ontwerp en ongeveer een week voor de opening van de tentoonstelling in Fries Museum schrijft ze enthousiast over de post uit Nederland die ze heeft ontvangen.

Ook andere deelnemers aan de quilt-tentoonstelling bloggen over hun ervaringen. "En vandaag was het dan eindelijk zover! De Oldenhove Quilt werd onthuld aan de Oldenhove toren in Leeuwarden! Ruim 300 miniquiltjes, waar ik er eentje van heb gemaakt, zijn 1 megagrote quilt geworden", schrijft Isabelle op 15 november jl.

Overigens blijven ook oudere exposities, zoals die van de zeegezichten van Wigerus Vitringa, onderwerp van gesprek op weblogs, zo blijkt uit een bericht van de Historische Vereniging Noordoost Friesland van 24 november jl.

Voor musea zijn bloggende bezoekers en medewerkers van grote waarde. Hun spontane enthousiasme vergroot de naamsbekendheid van musea en zorgt voor mond-tot-mondreclame. Je kunt je als museum ook in de conversatie mengen om meer te leren over de mening en wensen van het publiek. Je kunt mensen die online interesse tonen in het museum ook op andere manieren betrekken door ze bijvoorbeeld een community aan te bieden, ze persoonlijk uit te nodigen voor een Flickr-groep of speciale evenementen voor ze te organiseren. Misschien worden ze dan donateur of bezoeken ze vaker een expositie. Web 2.0 biedt oneindig veel mogelijkheden om het gesprek aan te gaan met het publiek en nieuwe relaties aan te knopen.


(Foto: Skating on thin ice. Foto van Pam Rubert)

dinsdag 18 november 2008

Wat gebeurt er met je foto’s als je ze op Flickr zet?




Het loslaten van foto's en kunstvoorwerpen op het web is voor sommige museumprofessionals een beangstigend idee. Wat gbeurt er met het materiaal buiten de context van het museum of archief? Wat doen anderen ermee? Hoe wordt erover gepraat? Verlies je niet alle controle?

In een verslag van het symposium over de foto's van het Nationaal Archief op Flickr The Commons is de ervaring van Judith Moortgat, werkzaam bij het Nationaal Archief voor het project Beelden voor de Toekomst, te lezen: "Wat gebeurt er met de foto’s als je ze eenmaal op Flickr zet? Moortgat geeft een greep uit de 400 comments die sinds de lancering zijn geplaatst bij de foto’s. Iemand herkent de foto’s van Kamp Amersfoort in de Tweede Wereldoorlog, omdat haar vader destijds in de buurt van het kamp woonde. Super gebruiker ‘Leenke’ die veel Nederlandse bijschriften vertaalde in het Engels, waaronder bijvoorbeeld het begrip ‘korfbal’. Iemand die een ‘valse Vermeer’ ontdekt op een foto van de in de Tweede Wereldoorlog opgeborgen kunstschatten van het Rijksmuseum. Een expert op het gebied van helmen die de nationaliteit van een soldaat vaststelt en het serienummmer van zijn helm. Allemaal waardevolle informatie voor het Nationaal Archief."

Sinds het Nationaal Archief op 21 oktober jl. begon met Flickr The Commons hebben 513.000 bezoekers de foto's bekeken en zijn er meer dan 500 comments en 1.000 unieke tags bij foto's toegevoegd. Het archief kreeg 1.200 vriendenverzoeken van andere Flickr-gebruikers.

De deelname van Nationaal Archief aan Flickr The Commons is een pilot. Na zes maanden zal gekeken worden op welke manier het archief verder wil gaan en wat gedaan zal worden met de informatie over de foto's die verzameld wordt.

(Foto van het symposium Nationaal Archief joins Flickr The Commons. Foto van Kennisland)

maandag 17 november 2008

Hoe nu verder, of, hoe te beginnen?

Web 2.0 leer je niet in anderhalve workshopdag. Dat is in ieder geval een concreet eindresultaat! Maar wat houden we er dan wel aan over? Wat hebben we als museummedewerkers opgestoken van de Innovatieworkshop onder leiding van Waag Society en de praktische hands-on instructie van Marie-José Klaver? Toch heel veel, gezien de reacties vanmiddag bij de afsluitende borrel.
Heel duidelijk is geworden dat we willen nadenken over andere relaties met ons publiek. Of het nu gaat om een tentoonstellingsproject of om het concept van een introductiezaal in het museum, we willen graag gebruik maken van de mogelijkheden van de nieuwe (2.0) media.
Inmiddels zijn we wat meer thuis in de wereld van NING, Wiki, Hyves, Flickr, geotagging, tag clouds, etc. Maar dat is ook weer niet voldoende. We hebben als museum ook een visie nodig op het gebruik van deze tools. Wanneer gebruik je welk instrument voor welke boodschap aan welk publiek?
In het kort enkele leerpunten, in hoofdlijnen:
- gebruik een klein, overzichtelijk project als proeftuin
- neem de mogelijkheden serieus
- benoem het nadenken over nieuwe media als stap in het projectplan
- denk na over de inzet van tools voor, tijdens en na afloop van een project.

De komende dagen zullen mijn collega's wat reacties gaan schrijven, en die zijn niet allemaal juichend. Ook de sceptici zijn tijdens de workshop aan bod gekomen. Hoe zit het met de rol van conservator die altijd gewend geweest is om de regie te voeren over de publieksbeleving. Wat gebeurt er als die regie uit handen gegeven wordt, hoe kan de kwaliteit nog gewaarborgd blijven?

Heel concreet gaat het Fries Museum de ideeen uit de workshop uitwerken, resultaten zijn binnenkort al te verwachten. In het Princessehof gaan we voor de tentoonstelling Scherven en Geluk 2.0-ideeen uitwerken. De projectgroep voor de introductiezaal gaat het concept aanscherpen en kan daarbij goed gebruik maken van de opgedane kennis.

Nu naar het Fries Museum

Deze foto met de titel 'Nu naar het Fries Museum', en nog veel meer mooie foto's van de tentoonstelling Quilts - Kunst met een Q, kwamen we vanmiddag tegen tijdens het tweede deel van de innovatieworkshop. Reden om een Flickr groep te openen en een aantal fotografen uit te nodigen om hun werk te plaatsen. Binnen een paar uur zijn drie mensen lid geworden van de groep. Laurens Bontes reageerde zelfs binnen een paar minuten. Zo snel werkt Flickr.

Overigens zijn er vandaag, een dag na de opening van de tentoonstelling, al 69 foto's te vinden als je zoekt op de trefwoordencombinatie 'quilts oldehove'.

De workshop vond deze keer in Leeuwarden plaats. We waren te gast bij Tresoar en keken vanuit het computerlokaal uit op de Oldehove, die versierd was met de quilt van de 'Oldehove Quilt Crew'. In de loop van de middag werd de quilt weer weggehaald. De foto's op Flickr blijven bestaan.

(Foto van astrid goes usa)

vrijdag 7 november 2008

David in het museum

Danielle, David, Herald en Kim. Hoe krijgen we deze mensen, die geen traditionele museumbezoekers zijn, het museum in? Hoe bereiken we ze en hoe spreken we ze aan? Vier fictieve mensen stonden centraal tijdens de eerste bijeenkomst van de innovatieworkshop van de Waag Society in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam.

Het thema van de workshop was nieuwe relaties aangaan met je publiek en daarvoor de mogelijkheden van Web 2.0 inzetten. Web 2.0 biedt veel mogelijkheden omdat al veel mensen zich ergens bevinden op het sociale web.

Bij de tweede opdracht kregen bezoekers vier rollen (consument, producent, onderzoeker en curator) en bedachten we niet alleen manieren waarop je mensen die actief iets willen doen kunt aanspreken, maar ook wat het publiek zou kunnen bijdragen aan bijvoorbeeld de W.C. de Groot-tentoonstelling die in april 2009 geopend wordt in het Fries Museum. Het archief van W.C. de Groot is vernietigd, dus alle documenten en verhalen van en over de architect kunnen iets bijdragen. Je ziet dat mensen al spontaan informatie en beeld over W.C. de Groot op Wikipedia en Flickr plaatsen. Als het Fries Museum een meer sturende rol zou aannemen, kan W.C. de Groot nog meer gaan leven op Web 2.0, wat meer belangstelling kan genereren voor de tentoonstelling.

woensdag 29 oktober 2008

Zonder zwembandjes in de group-pool

Interactie, dat was vooraf één van de doelen voor de website van het W.C. de Groot-project. Mensen moesten hun eigen verhaal kunnen plaatsen, net zoals bijvoorbeeld het geval was op de site van ‘zicht op Maastricht’ of ‘geheugen van Oost’. Het idee was aanvankelijk dat een compleet nieuwe website werd gelanceerd, maar web 2.0. bood nieuwe mogelijkheden die nauw aansloten bij de ideeën van het project. De vraag was alleen hoe we dit aan moesten pakken. Alles was nieuw en wij hadden nooit gehoord van flickr, netvibes, linkedin of ning.
Web 2.0. bood een enorm scala aan mogelijkheden, maar de vraag was welke van die mogelijkheden het beste aansloten bij het W.C. de Groot-project. Wij moesten keuzes maken.

Een eerste begin is gemaakt met de creatie van een flickr-account voor het Fries Museum, waarop foto’s van de W.C. de Groot-fietstocht van 28 september jl. zijn te bewonderen. Voordat het zover was verstreek wel enige tijd. Het creëren van een account, uploaden van foto’s en toevoegen van tags kost tijd, zeker voor een leek op dit gebied. Eerst moeten we een Yahoo-account creëren, daarna bleek dat we niet onbeperkt kunnen uploaden. Het taggen van foto’s roept ook weer nieuwe vragen op. Wat voor tags moeten wij toevoegen? En welke taal moeten wij daarvoor gebruiken? Flickr blijkt geen tags te herkennen die iets anders of in een andere taal geschreven zijn. Wanneer je bijvoorbeeld zoekt naar ‘architecture’ vindt u geen foto’s van W.C. de Groot op flickr.
Toen alle foto’s eenmaal in de photostream van het Fries Museum stonden was er nog de vraag hoe wij nu verder moesten. Dat we er nog niet zijn met de creatie van zo’n account wordt duidelijk als je kijkt naar de bezoekersaantallen tot nu toe, die met 61 views en 0 reacties tegenvallen. Kennelijk weet nog niet iedereen het Fries Museum op flickr te vinden. Wij plaatsen dan ook vraagtekens bij het willekeurig plaatsen van foto’s op flickr.
Na het aanmaken van het flickr-account blijven er een hele hoop vragen rondspoken, die al in een eerdere blog van Wilbert naar voren zijn gekomen: hoe zorgen we ervoor dat het Fries Museum en W.C. de Groot bovenaan komen te staan in de lijst met zoekresultaten, dat de photostream van het Fries Museum vaker wordt bekeken, dat mensen lid worden van de wcdegroot-group pool en dat mensen gaan reageren op de foto’s? Moet het Fries Museum actief contact zoeken op flickr? Wat is het verschil tussen flickr en flickr-commons en moet het Fries Museum ook actief zijn op commons? Hoe zorgen we ervoor dat de foto’s terechtkomen in de resultatenlijst van google-afbeeldingen? Welke mogelijkheden zijn nog meer geschikt voor het W.C. de Groot-project?
Hierover spreken wij met Wilbert Helmus en Bart van der Meij. Zij weten ons te vertellen dat wij moeten uitgaan van de doelstellingen van het project. Nu bleek dat wij wel webtoepassingen mochten toepassen om mensen naar het museum te trekken. Dit was een echte eye-opener, omdat wij in de veronderstelling verkeerden dat die gedachte hopeloos ouderwets is. Niets is minder waar. Vanuit de doelen van het project kunnen wij juist bepalen welke webtoepassingen daarbij passen. Wat is de doelgroep en welke mogelijkheden passen daarbij? Welk materiaal hebben wij en wat kun je daarmee in relatie tot web 2.0.? Dat zijn allemaal dingen die wij ons moeten afvragen om keuzes te kunnen maken. Hoewel alles nog steeds nieuw en onbekend is, werd ons weer veel duidelijk en hebben wij nieuwe aanknopingspunten. Daar kunnen wij verder mee.

maandag 27 oktober 2008

KPN en n8 presenteren Mobiele Museumgids

Bezoekers van de Museumnacht in Amsterdam kunnen mobiel navigeren dankzij de vernieuwde Mobiele Museumgids van n8 en KPN. De gids kan gratis op de mobiele telefoon worden gedownload. Het is de derde keer dat de Museumnacht via een mobiele gids toegankelijk wordt gemaakt. De gids voor 2008 is opnieuw uitgebreid. Zo kunnen gebruikers via hun mobiel op de kaart zien waar ze zijn en welke musea zich in de buurt bevinden. De favoriete musea van gebruikers zijn bovendien uitgelicht. Het programma van dat museum is direct zichtbaar en de route er naartoe is makkelijk te volgen. Ook nieuw is de integratie met de ‘Wie Wat Waar’ functie van Hyves. Vrienden uit de n8 hyve kunnen elkaar zo op de hoogte houden tijdens de Museumnacht van waar ze zijn en wat ze aan het doen zijn.

n8, de organisator van de Museumnacht, maakt al enkele jaren gebruik van Web 2.0-toepassingen om de ervaring van bezoekers te verrijken.

Op zaterdag 1 november as. organiseert n8 voor de negende keer de museumnacht Amsterdam. 41 musea openen hun deuren van 19.00 tot 02.00 uur met een speciale programmering; tegelijkertijd zijn ook de vaste collecties en tijdelijke tentoonstellingen te zien. Sinds 2003 is de museumnacht uitverkocht met jaarlijks 26.000 bezoekers.

dinsdag 21 oktober 2008

Web 2.0 en veranderen

Binnenkort houd ik op de dag van de digitale bibliotheek een presentatie over de (weerstanden tegen) veranderingen die het werken met Web 2.0-toepassingen met zich meebrengen. Wat mij telkens weer opvalt als een bekende site iets aan het uiterlijk verandert is dat veel actieve internetgebruikers eigenlijk ook aartsconservatief zijn. The New York Times schreef een mooi artikel over het delicate proces waar webbedrijven met veel gebruikers in belanden als ze hun site willen veranderen. Conclusie: de beste verandering is onzichtbaar en wordt in piepkleine stapjes uitgevoerd. Grote aanpassingen kunnen namelijk rekenen op protesten en gebruikers die op een andere dienst overstappen. Mensen die al jaren elke dag dezelfde site bezoeken, raken gehecht aan de vormgeving en functonaliteit. Hun trouw zegt iets over het succes van de sites die ze bezoeken.

De bereidheid tot protesteren laat tegelijkertijd zien hoe groot de invloed van digitale media is geworden de laatste jaren. Google, Yahoo, Nu.nl, Routenet, Weeronline, Hyves, Facebook en vele andere sites zijn zo'n vanzelfsprekend onderdeel van ons dagelijks leven geworden dat verandering protest uitlokt. Dat het intensieve gebruik van deze sites een grote verandering op zich is, zien we eigenlijk al niet meer.


(Foto van Sara Petagna)

zondag 19 oktober 2008

Gratis toegang voor sceptici


Op 14 november as. organiseert Mediamatic i.s.m. Stichting DOEN Kom je ook?, een symposium over web 2.0 in erfgoed en cultuur. Hoe kunnen culturele organisaties nieuwe media gebruiken om meer bezoekers te trekken en de betrokkenheid van het publiek te vergroten? Kom je ook? is een dag vol inspirerende voorbeelden, internationale sprekers, de beste en meest inspirerende web 2.0 voorbeelden en een wedstrijd met uitzicht op subsidie!

Op Kom je ook? spreken de internationale web 2.0 experts Nina Simon (VS), Mike Ellis (UK) en Shelley Bernstein (VS). Er zijn presentaties over succesvolle Nederlandse web 2.0 toepassingen. Workshops waarin deelnemers onder begeleiding van specialisten werken aan hun eigen web 2.0 plan, en een interactieve sessie over sociale netwerken. Kom je ook? wordt georganiseerd door Mediamatic en Stichting DOEN om het gebruik van nieuwe media en participatie in cultuur te stimuleren.

Deelnemers worden opgeroepen vooral hun sceptische collega's mee te nemen. Collega's met twijfels over web 2.0 hebben gratis toegang; twee voor de prijs van een!

Datum: 14 november van 09.30 tot 17.30
Doelgroep: Directie, conservatoren, marketeers e.a. van kunst-, cultuur,- en erfgoedinstellingen
Locatie: Openbare Bibliotheek Amsterdam, OBA, Oosterdokskade 143 in Amsterdam
Toegang: 120 euro (inclusief lunch, borrel en BTW), 2e ticket gratis voor 1 sceptische collega
Info en aanmelden: www.mediamatic.net/komjeook

(Foto van Nadya Peek)

donderdag 16 oktober 2008

Anders aanbieden leidt tot andere bezoekers

Als je informatie op nieuwe manieren aanbiedt, trek je bezoekers die voorheen geen belangstelling hadden voor je organisatie en je collectie. Een mooi voorbeeld is dat van het het Erfgoedcentrum DiEP in Dordrecht. Dit archief heeft de bouwvergunningen gedigitaliseerd en ziet sindsdien bezoekers verschijnen die eerst via internet oude vergunningen hebben geraadpleegd. Deze mensen kwamen voorheen nooit in het archief.

Het mooie is dat ze door het digitale aanbod ook andere aspecten van het archief ontdekken en terugkeren om bijvoorbeeld stamboomonderzoek te doen. "Als de mensen bij ons komen, zijn ze vaak verbaasd welke informatie ze nog meer bij ons kunnen verkrijgen. Het is wel eens voorgekomen dat iemand voor het inzien van een bouwvergunning naar het archief kwam en later weer terugkwam voor bijvoorbeeld stamboomonderzoek", zegt medewerker Robin Lassche van Erfgoedcentrum Dordrecht in het Algemeen Dagblad.

(Foto van het kunstwerk Het luisterend oor van de Dordtse kunstenaar Gerhard Lentink. Fotograaf: FaceMePLS)

vrijdag 10 oktober 2008

Compententies 2.0

Een van de doelstellingen van deze pilot is bepalen of er binnen het museum specifieke competenties nodig zijn voor het toepassen van de ideeën en mogelijkheden van web 2.0. Eerst even een zijstap voordat ik probeer een antwoord te geven op de vraag naar competenties.
Het Fries Museum wordt binnenkort aangesloten op de glasvezelring van Leeuwarden, voor het Keramiekmuseum Princessehof is dit al gebeurd. De ICT-infrastructuur is aan een grondige opknapbeurt toe. Zoals in meer musea (en misschien in meer organisaties?) hangt onze IT als een soort breiwerk aan elkaar. Regelmatig valt de term houtje-touwtje. En herkenbaar voor meer musea: we hebben geen IT-afdeling of IT-medewerker. Wel is er een ICT-platform, waarin enkele medewerkers met elkaar het beleid voorbereiden. Gelukkig wordt het platform inhoudelijk ondersteund en geadviseerd door Tresoar (zij hebben wel een ICT-afdeling). Samen met hen beoordelen wij voorstellen van leveranciers voor verbeteringen van onze ICT-infrastructuur.
Het vertalen van technische begrippen en oplossingen in mensentaal is lastig. Bij het kopen van een auto gaat de interesse niet direct uit naar de motortechniek, maar meer naar zuinigheid, duurzaamheid, onderhoud, kleur en vorm, etc. Het gaat mij er niet om op welke technische manier die zuinigheid of duurzaamheid bereikt wordt, als het maar werkt. Het aantal kleppen zegt me niets, wel hoe lekker de auto rijdt. En ik wil erop vertrouwen dat de mooie woorden door de autoleverancier nagekomen worden. Dit principe geldt eigenlijk ook voor ICT-technieken, nieuwe media, web 2.0 binnen het museum. Enkele vragen die het ICT-platform nu moet beantwoorden: wat is het verschil tussen serverbeheer en servermonitoring, is het niet logisch dat backup en disasterrecovery standaard en niet optioneel tot de dienstverlening van een ICT-bedrijf hoort, wat is een ‘2M External Infiniband/HP SAS/SATA Host Bus inclusief servicecomponenten’?
De projectgroep W.C. de Groot, één van de 2.0-projecten in het Fries Museum, heeft ook vragen:
Hoe zorgen we ervoor dat het Fries Museum/W.C. de Groot bovenaan komt te staan in de lijst met zoekresultaten, hoe zorgen we ervoor dat de photostream van het Fries Museum vaker bekeken wordt en dat mensen gaan reageren op de foto’s, hoe zorgen we ervoor dat mensen lid worden van de wcdegroot-group pool, moet het Fries Museum actief contact zoeken op Flickr, wat is het verschil tussen Flickr en Flickr-commons, de foto’s op Flickr komen niet in de resultatenlijst van Google-afbeeldingen, hoe zorgen we daarvoor?
Prima vragen die houvast geven voor het benoemen van competenties! Op de website devirtueleklas.eu kwam ik een indeling van competenties tegen die ik een beetje aangepast heb:
1. Informatie delen 2.0
zoeken en verwerken
creëren
communiceren
visualiseren
2. instrumentele vaardigheden 2.0
hanteren en begrijpen van apparatuur en software
3. sociaal-ethische competenties 2.0
adequaat en verantwoordelijk gebruiken van mogelijkheden
omgaan met informatie van anderen
Deze indeling verdient verdieping en dat zullen we in de komende weken doen. Reacties zijn van harte welkom.
Tenslotte een relativerende knipoog uit Noorwegen, met dank aan de blog Bibliotheek 2.0 voor de tip. Zeer de moeite waard om te bekijken.


Original taken from the show "Øystein og jeg" on Norwegian Broadcasting (NRK)in 2001. With Øystein Backe (helper)and Rune Gokstad (desperate monk). Written by Knut Nærum.

Misschien kunnen we over een paar jaar net zo hard om ons gedrag nu lachen, dan om deze monnik die door de helpdesk ondersteuning krijgt in het hanteren van een boek.


vrijdag 26 september 2008

Open museum op PICNIC

Gisteren vond op PICNIC in Amsterdam de bijeenkomst Open Museum plaats. PICNIC is een jaarlijks multimediafestival dat drie dagen duurt. Museum- en webdeskundigen spraken op de Open Museum-bijeenkomst over de mogelijkheden die Web 2.0 biedt om collecties ook in cyberspace te presenteren en de activiteiten die musea kunnen onplooien dankzij sociale media zoals Flickr. Ik was er helaas niet bij, maar heb wel met veel plezier enkele weblogberichten gelezen over de bijeenkomst.

Bas van den Beld heeft op het weblog Dutch Cowboys een enthousiast verslag geschreven over de presentatie van Seb Chan van het Australische Powerhouse Museum. Dat museum is erg actief op Flickr. Er worden niet alleen foto's uit de eigen collectie op de site gezet, het Powerhouse Museum heeft ook Flickr-groepen waar bezoekers en internetgebruikers aan bijdragen. Zij plaatsen bijvoorbeeld foto's van plekken die op historische foto's van het museum staan, image matching wordt dit genoemd. Deze co-creatie leidt tot grotere betrokkenheid van mensen bij het museum. Het museum vraagt bezoekers ook om informatie en tags.

Chan spreekt van het "museum without walls" als hij het over de aanwezigheid van museumcollecties op internet heeft. Wat het museum te bieden heeft, is 24 uur per dag vanaf elke lokatie ter wereld beschikbaar.

Theo Meereboer van het weblog Erfgoed 2.0 was met een groep studenten van de minor e-Cultuur, module Digital Story Telling, bij Open Museum aanwezig. E-cultuur is een gezamenlijke minor van de de Reinwardt academie en de opleiding MIM van de Hogeschool van Amsterdam. Meereboer stelt ook kritische vragen over de toekomst van gedigitaliseerde musea: "De vraag rijst wel of transparantie en openheid per se bijdragen aan betrokkenheid."

(Foto van straatkunst in Parijs; genomen door Seb Chan)

maandag 22 september 2008

Het web als wapen

Het Amerikaanse Smithsonian Institution is bezig zijn collectie van 137 miljoen historische, culturele en wetenschappelijke objecten te digitaliseren en online te publiceren. Het Smithsonian Institution bestaat uit 19 musea, 9 onderzoekscentra en de National Zoo. Het Smithsionian vervult een belangrijke educatieve rol in de Verenigde Staten.
De nieuwe directeur van het instituut, G. Wayne Clough, wil het web inzetten omdat hij vreest dat musea een steeds minder belangrijke rol zullen spelen in de maatschappij. Hij zoekt samen met internetprofessionals naar manieren om de collectie van het Smithsonian op een aantrekkelijke manier online te presenteren. Hij wil dat de conservatoren van het instituut gaan samenwerken met webdeskundigen en videogame-makers om de enorme collectie van de musea en de onderzoekscentra toegankelijk te maken.

Het Smithsonian wil zich in eerste instantie richten op basisscholen. Het instituut hoopt dat een aantrekkelijke webpresentatie de bèta- en biowetenschappen aansprekender maakt voor scholieren. Hoe lang het zal duren en wat het zal kosten om de gehele Smithsonian-collectie te digitaliseren en online te zetten is onbekend.

(Foto van Shaners Becker)

dinsdag 16 september 2008

Zorg voor infrastructuur

Een titel met een dubbele bodem. Aan de ene kant is het belangrijk dat een Museum 2.0 beschikt over een goede infrastructuur om via het web te kunnen werken. De kick-off meeting van het project, waarover hieronder meer, ging gepaard met een belangrijke probleem: hoe krijgen we een internetverbinding in een filmzaal die daar niet op is ingericht?


Een draadloze router op het raam vlakbij was de eerste oplossing (zie foto), uiteindelijk werd er een lange kabel getrokken. De meeting kon doorgaan!

Zo kom ik bij de tweede lading van de titel: zorg voor het product. De mensen van ICT van het Fries Museum hebben hun uiterste best gedaan de juiste voorwaarden voor een goede sessie te creëren. Met succes!

Kick-off Web 2.0-project

Vanochtend heeft de officiële kick-off van het Web 2.0-project in het Fries Museum en het Keramiekmuseum Princessehof plaats gevonden. Wilbert Helmus beet het spits af en legde uit wat precies de bedoeling is de komende maanden. Daarna mocht ik een presentatie houden over Web 2.0.

De toepassingen van Web 2.0 en het gebruik ervan zijn de afgelopen jaren enorm gegroeid. Daarom duizelde het sommige luisteraars soms een beetje, maar ik hoop dat ik duidelijk heb kunnen maken dat Web 2.0 vooral betekent dat musea en andere instellingen hun content kunnen delen met een grote groep actieve en nieuwsgierige gebruikers (kijk maar eens naar de prachtige foto's van I heart museums op Flickr). Naar mijn mening moeten vooral Flickr en Netvibes de komende tijd een centrale rol spelen bij het delen van content en informatie. Daarnaast zijn natuurlijk dit weblog, Hyves en Delicious belangrijk.

Naast enthousiasme over de mogelijkheden en duizelingen over de enorme hoeveelheid aan mogelijkheden roept een presentatie over Web 2.0 ook altijd veel vragen op bij luisteraars. Ook vanochtend waren er mensen die zich afvroegen hoe het zit met privacy als je deelneemt aan een sociaal netwerk en hoe je kunt voorkomen dat een groep op Flickr vervuild wordt met niet-relevante foto's.

Web 2.0 staat voor delen en openheid, maar dat betekent niet dat beheer en controle onmogelijk is. Een museum heeft niet zoveel privacy. Sterker nog: musea tonen graag wat ze in huis hebben. Er wordt natuurlijk niet van medewerkers verlangd dat ze persoonlijke profielen aanmaken met allerlei details over hun privéleven. En juist het zelf aanmaken van een account op Flickr biedt de mogelijkheid om goede foto's te verzamelen en eenheid aan te brengen in tags.

Morgen vertrek ik naar het Tekniska Museet in Stockholm. Via Flickr heb ik al een beeld gekregen van wat me te wachten staat in

(De foto bij dit bericht is van Christiane Bettens, een Zwitserse kunstliefhebber die eind juli het Keramiekmuseum bezocht en enkele foto's op Flickr plaatste.)

donderdag 11 september 2008

Steppin' into the twilight zone: de roep om kanaalbesturing

"Where am I to go, now that I've gone too far
Help I'm steppin' into the twilight zone
the place is a madhouse, feels like being cloned"

Twilight Zone - Golden Earring

Met de introductie van web 2.0 in musea ontstaan niet alleen mooie kansen om publiek te bereiken en zelfs betrekken, maar introductie stelt een museum zich ook voor een aantal interessante interne uitdagingen. De Friese Musea bevinden zich in de schemerzone tussen volstrekte duisternis en het licht zien. Een aanknopingspunt zit mijns inziens in de visie op het gebruik en de besturing van web 2.0 toepassingen.

In veel musea worden uitingen geproduceerd door verschillende afdelingen: educatieve producten door Educatie, publiekvoorlichting door Marketing en/of Communicatie, etc. In de praktijk heeft iedere autonome afdeling veel vrijheid om producten naar eigen inzicht in te richten, waardoor een interessante mix aan uitingen ontstaat, die allemaal een eigen doel dienen.

Het gebruik van web 2.0 maakt 'traditionele' voorlichting en communicatie (zenden) complexer, nu er een extra dimensie (ontvangen) ontstaat. Een valkuil kan dan ook zijn dat musea alleen gaan zenden naar communities, terwijl het sociale web de verwachting wekt dat er ook wordt geluisterd en gedeeld (zie plaatje).



Naar mijn idee ligt een belangrijke uitdaging voor musea dan ook in het organiseren van sturing in het gebruik van verschillende communicatiekanalen en media om een efficiente en effectieve bijdrage te leveren aan de organisatiedoelen. In andere organisaties is dit bekend onder termen als multi-channel management en cross-media.

Om dat te kunnen bereiken moet er iemand (wie kun je ervoor bellen?) eigenaar worden van Web 2.0 als kanaal. Iemand die kan bepalen welke kanalen je voor welke boodschap inzet, die de regie voert over het gebruik van de kennis en informatie die tools opleveren, die zorgt voor een cross-mediale aanpak. Ook in het kader van dit project zullen ook de Friese Musea daarover een concrete discussie moeten voeren. Belangrijke vragen daarbij zijn:
- welke doelen (organisatiebreed) gaan worden ondersteund met het nieuwe kanaal?
- wie gaan we met het nieuwe kanaal 2.0 benaderen, bereiken en mee samenwerken?
- met welke toepassingen gaan we dat doen?
- hoe gaan we met de input van de webcommunity om?
- wie is eigenaar van de aspecten techniek, functionaliteit en content?
- wie voert regie over de inzet van kanalen bij vraagstukken?

Graag lees ik reacties met commentaren, aanvullingen, nieuwe vragen, etc. We staan immers niet alleen in het schemerduister....

donderdag 4 september 2008

Zijn, waar zij zijn!

Zomaar gevonden op You Tube, twee enthousiaste studenten die een promofilmpje gemaakt hebben van de tentoonstelling Pretty Dutch in het Princessehof! En al een jaar geleden! Flitsende beelden, een marketingbureau zou dit bedacht kunnen hebben.
Dit is het ultieme bewijs dat het museum nieuwe communicatiekanalen kan benutten, met als motto: 'Zijn, waar zij zijn'. En dan te bedenken dat we vanmorgen in een van de opslagruimtes van het museum 4 dozen met gedrukte jaarprogramma's vonden, niet uitgedeeld en wel verouderd. We hebben besloten om deze folders weg te doen.
De tentoonstelling Pretty Dutch is al maanden ontruimd, het filmpje van deze twee meiden blijft bestaan!
Nieuwsgierig geworden: bekijk http://www.youtube.com/watch?v=ouSeuNTHpOo

Het lijkt trouwens zo eenvoudig, maar hoe komt het dat wij als museum niet zulke filmpjes maken? Jammer trouwens dat het 'maar' 32 keren bekeken is, en dat niemand commentaar heeft achtergelaten. Maar daar zijn vast trucjes voor te verzinnen.

vrijdag 29 augustus 2008

Opzet pilot Friese Musea 2.0

Erfgoed Nederland heeft het Fries Museum en het Keramiekmuseum Princessehof gevraagd deel te nemen aan een pilot in het kader van het programma ICT-gebruik in musea. Dit programma moet afgerond zijn eind 2008.
Eindresultaten voor Erfgoed Nederland:

  • inzicht in de ontwikkelingen die een museumorganisatie doormaakt tijdens de groei naar een museum 2.0-concept;
  • visie op competenties die horen bij museum 2.0;
  • ingrediënten voor een generiek stappenplan.

Eindresultaten voor Fries Museum en Princessehof:

  • gemeenschappelijk gedragen visie op gebruik van nieuwe media en internettechnieken;
  • inzicht in bijbehorende competenties, taken en verantwoordelijkheden, processen en procedures;
  • duurzame inbedding mogelijkheden van nieuwe technieken en media in kernactiviteiten museum (vaste opstelling en tijdelijke presentaties).


Plan van aanpak
De pilot is in drie fasen ingedeeld:
Fase 1: Deskundigheidsbevordering, visieontwikkeling en concepten;
Fase 2: Uitwerking in eindproducten en vertaling naar organisatie en techniek;
Fase 3: Implementatie eindproducten en publicatie stappenplan.

Fase 1. Deskundigheidsbevordering, ontwikkeling visie en concepten
Allereerst worden de museummedewerkers bijgepraat over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van internettoepassingen, web 2.0, social tagging en semantische netwerken en de toepassingsmogelijkheden daarvan voor de musea. Duidelijk wordt hoe het met de kennis van de organisaties is gesteld en welke competenties missen of extra aandacht verdienen. Met deze nieuwe kennis zullen de musea vervolgens in een innovatieworkshop een gemeenschappelijk gedragen visie definiëren op het toepassen van nieuwe media, gerelateerd aan de uitgangspunten in de informatieplannen van beide musea. Voor het Fries Museum zal de nieuwbouw en daarbij horende vernieuwde missie, visie en doelstellingen betrokken worden. Aan de hand van een concreet (tentoonstellings)project wordt een eindproduct geformuleerd. Alle organisatielagen uit het museum zijn betrokken bij deze fase: conservatoren, medewerkers educatie, pr en marketing, RvB-leden, medewerkers collectie- en kennismanagement (dataconservator, hoofd, registrar).
Doorlooptijd: 1 september - 1 oktober 2008


Fase 2. Uitwerking eindproducten en organisatieontwikkeling
De visie en ideeën uit de innovatieworkshop worden geconcretiseerd en vertaald: inhoudelijk, technisch en organisatorisch. In deze fase wordt ook duidelijk welke (soorten) medewerkers en organisatielagen uit het museum betrokken moeten zijn bij dergelijke productontwikkeling en op welke manieren dit structureel en duurzaam in de organisatie belegd kan worden. De musea zullen daarbij gebruik maken van reacties van externe specialisten, vooral via de weblog. Een bloggende coach zal de musea op een prikkelende manier wijzen op organisatorische en inhoudelijke aspecten, een journalist (inhoudelijk deskundig) blogt een verslag van het proces.
Doorlooptijd: 1 oktober - 1 december 2008


Fase 3. Implementatie interne en externe producten, publicatie stappenplan
Per museum wordt een eindproduct opgeleverd, bijvoorbeeld in de vorm van een internettoepassing of een uitgewerkt concept. In het kader van de kennisdeling zal een stappenplan (blauwdruk) gepubliceerd worden dat gebruikt kan worden door musea die een vergelijkbaar proces willen doorlopen. De structuur en de inhoud van het stappenplan worden gedurende fase 1, 2 en 3 gevormd.
Doorlooptijd: 1 november - 31 december 2008 (met uitloop in januari 2009 voor afronding van het stappenplan)

Aanhaken bij bestaande projecten
De resultaten van het project krijgen concreet vorm door aan te haken bij twee bestaande projecten. Omdat bestaande projectteams een brede afspiegeling van de museumorganisatie zijn, krijgt het project direct een breed draagvlak.

Introductie FrieseMusea 2.0

Welkom bij de weblog FrieseMusea 2.0.

Dit weblog is het interactieve medium waarmee deelnemers en belangstellenden kunnen reageren op de pilot museum 2.0 in het Fries Museum en het Keramiekmuseum Princessehof. De pilot wordt uitgevoerd met steun van Erfgoed Nederland.

Tussen 1 september en 31 december 2008 zullen deze twee Friese musea de mogelijkheden van web 2.0 proberen toe te passen in hun publieksuitingen. Een spannend en voor musea tamelijk nieuw onderwerp.

Collega's uit de musea (conservatoren, medewerkers educatie, communicatie, pr en marketing, collectiemederwerkers) discussieren via deze blog met elkaar. Verschillende specialisten op het gebied van web 2.0 zijn uitgenodigd om mee te bloggen: onder meer Marié-Jose Klaver (journalist en publicist, o.m. bij NRC Handelsblad en IP, zie voor haar weblog
http://weblogs3.nrc.nl/klaver/), Nick Poole (managing director Collections Trust, voorheen MDA), Bart van der Meij (management consultant Ordina) en Kees Westerkamp (docent Hanzehogeschool).