vrijdag 28 november 2008

Jaloers!

Van alle afdelingen van onze twee musea konden één of hooguit twee medewerkers deelnemen aan de pilot Friese Musea 2.0. Nadat de eerste uitnodiging de deur uit was, kreeg ik een paar afmeldingen. Collega's hadden het te druk, een tentoonstelling moest bijna open, er moest ingericht worden en andere goede redenen werden gegeven bij afmeldingen. Het programma (een introductiemiddag, twee innovatieworkshops, huiswerk) gaf soms reden tot vragen. Veel gehoorde reactie: 'wanneer moet ik dit er nu allemaal bij doen, moet dit ook nog allemaal, ik heb al zo weinig tijd'.
Hoe prettig wat het afgelopen week toen het hoofd collectievorming en -onderzoek aan mij vertelde dat tijdens het Conservatorenoverleg nogal geklaagd werd over het feit dat maar een paar mensen betrokken was bij de pilot. De conservatoren hadden de indruk dat zij kennis gingen missen. Ik heb dit als een compliment opgevat! Er is een zekere urgentie ontstaan en collega's willen de boot niet missen. Een half jaar geleden werd over dit soort onderwerpen niet gesproken in het Conservatorenoverleg.
De musea zitten nu midden in een veranderingsproces. Door de pilot heeft een kleine groep medewerkers meer inzicht in de tools en mogelijkheden van Internet. Er is een discussie gestart over de manieren waarop het museum bezoekers kan betrekken. Het besef begint te leven dat we onze boodschap, onze evenementen, onze kennis op meerdere manieren tegelijk via meerdere kanalen kunnen verspreiden. En dit kost niet altijd evenredig veel meer tijd. En juist dat laatste wordt vaak als excuus gebruikt om nieuwe technieken en mogelijkheden niet te gaan gebruiken.
Eerder hebben we in dit weblog al over de Quilt-tentoonstelling geschreven. Eerder deze week keek in het papieren bezoekersboek bij de ingang van het museum. En wat zag ik daar: een Quilt-enthousiasteling die de groeten deed via dit bezoekersboek aan andere leden van de zogenaamde Square Tomato Quilters. Een mooi voorbeeld van de behoefte van mensen om gelijkgestemden te ontmoeten en nu werd het bezoekersboek van het museum daarvoor gebruikt. Maar met de Quilt-tentoonstelling in het museum geven we de quiltliefhebbers (en die zijn er heel veel gezien de enorme bezoekersaantallen) een podium en een aanleiding om met elkaar te praten. De komende tijd gaan we dit ook op Internet organiseren! Niet omdat alles via ons museum moet lopen, maar om onderdeel te worden van de quiltgemeenschap. We organiseren tenslotte niet voor niets een tentoonstelling over dit onderwerp.
Het leert het museum dat we bij volgende tentoonstellingsprojecten onszelf ook moeten afvragen: waar bevinden onze publieksgroepen zich op Internet? En op welke manieren kunnen we hen betrekken bij onze programmering? Uiteindelijk zal dit ook meer bezoek opleveren: op een weblog stond de reactie van Duitse Beate: OH Leeuwarden is almost 2 hours away, I'll go there. Is dat even gratis promotie!

woensdag 26 november 2008

Quilts in de conversatie

Mensen praten over van alles en nog wat op internet. Om te zien hoe er over je eigen organisatie of bedrijf wordt gesproken kun je bij Howsociable kijken. Als je "fries museum" intikt en bij de weblogzoekmachines Technorati en Google Blog Search kijkt zie je tal van berichten over het Fries Museum. Je ziet al snel dat niet alleen het vertrek van directeur Cees van 't Veen en de verhuizing naar het Zaailand onderwerp van gesprek zijn, maar ook de voorbereidingen op de tentoonstelling 'Quilts - Kunst met een Q'. Zo blogt de Amerikaanse quiltkunstenares Pam Rubert in oktober over de twee stukken die zij op verzoek van het Fries Museum voor de tentoonstelling aan het maken is. Ze laat ook foto's zien en vertelt hoe ze het ijs op de quilt Skating on thin ice heeft gemaakt. In een eerdere posting vertelt Rubert over de ontstaansgeschiedenis van het ontwerp en ongeveer een week voor de opening van de tentoonstelling in Fries Museum schrijft ze enthousiast over de post uit Nederland die ze heeft ontvangen.

Ook andere deelnemers aan de quilt-tentoonstelling bloggen over hun ervaringen. "En vandaag was het dan eindelijk zover! De Oldenhove Quilt werd onthuld aan de Oldenhove toren in Leeuwarden! Ruim 300 miniquiltjes, waar ik er eentje van heb gemaakt, zijn 1 megagrote quilt geworden", schrijft Isabelle op 15 november jl.

Overigens blijven ook oudere exposities, zoals die van de zeegezichten van Wigerus Vitringa, onderwerp van gesprek op weblogs, zo blijkt uit een bericht van de Historische Vereniging Noordoost Friesland van 24 november jl.

Voor musea zijn bloggende bezoekers en medewerkers van grote waarde. Hun spontane enthousiasme vergroot de naamsbekendheid van musea en zorgt voor mond-tot-mondreclame. Je kunt je als museum ook in de conversatie mengen om meer te leren over de mening en wensen van het publiek. Je kunt mensen die online interesse tonen in het museum ook op andere manieren betrekken door ze bijvoorbeeld een community aan te bieden, ze persoonlijk uit te nodigen voor een Flickr-groep of speciale evenementen voor ze te organiseren. Misschien worden ze dan donateur of bezoeken ze vaker een expositie. Web 2.0 biedt oneindig veel mogelijkheden om het gesprek aan te gaan met het publiek en nieuwe relaties aan te knopen.


(Foto: Skating on thin ice. Foto van Pam Rubert)

dinsdag 18 november 2008

Wat gebeurt er met je foto’s als je ze op Flickr zet?




Het loslaten van foto's en kunstvoorwerpen op het web is voor sommige museumprofessionals een beangstigend idee. Wat gbeurt er met het materiaal buiten de context van het museum of archief? Wat doen anderen ermee? Hoe wordt erover gepraat? Verlies je niet alle controle?

In een verslag van het symposium over de foto's van het Nationaal Archief op Flickr The Commons is de ervaring van Judith Moortgat, werkzaam bij het Nationaal Archief voor het project Beelden voor de Toekomst, te lezen: "Wat gebeurt er met de foto’s als je ze eenmaal op Flickr zet? Moortgat geeft een greep uit de 400 comments die sinds de lancering zijn geplaatst bij de foto’s. Iemand herkent de foto’s van Kamp Amersfoort in de Tweede Wereldoorlog, omdat haar vader destijds in de buurt van het kamp woonde. Super gebruiker ‘Leenke’ die veel Nederlandse bijschriften vertaalde in het Engels, waaronder bijvoorbeeld het begrip ‘korfbal’. Iemand die een ‘valse Vermeer’ ontdekt op een foto van de in de Tweede Wereldoorlog opgeborgen kunstschatten van het Rijksmuseum. Een expert op het gebied van helmen die de nationaliteit van een soldaat vaststelt en het serienummmer van zijn helm. Allemaal waardevolle informatie voor het Nationaal Archief."

Sinds het Nationaal Archief op 21 oktober jl. begon met Flickr The Commons hebben 513.000 bezoekers de foto's bekeken en zijn er meer dan 500 comments en 1.000 unieke tags bij foto's toegevoegd. Het archief kreeg 1.200 vriendenverzoeken van andere Flickr-gebruikers.

De deelname van Nationaal Archief aan Flickr The Commons is een pilot. Na zes maanden zal gekeken worden op welke manier het archief verder wil gaan en wat gedaan zal worden met de informatie over de foto's die verzameld wordt.

(Foto van het symposium Nationaal Archief joins Flickr The Commons. Foto van Kennisland)

maandag 17 november 2008

Hoe nu verder, of, hoe te beginnen?

Web 2.0 leer je niet in anderhalve workshopdag. Dat is in ieder geval een concreet eindresultaat! Maar wat houden we er dan wel aan over? Wat hebben we als museummedewerkers opgestoken van de Innovatieworkshop onder leiding van Waag Society en de praktische hands-on instructie van Marie-José Klaver? Toch heel veel, gezien de reacties vanmiddag bij de afsluitende borrel.
Heel duidelijk is geworden dat we willen nadenken over andere relaties met ons publiek. Of het nu gaat om een tentoonstellingsproject of om het concept van een introductiezaal in het museum, we willen graag gebruik maken van de mogelijkheden van de nieuwe (2.0) media.
Inmiddels zijn we wat meer thuis in de wereld van NING, Wiki, Hyves, Flickr, geotagging, tag clouds, etc. Maar dat is ook weer niet voldoende. We hebben als museum ook een visie nodig op het gebruik van deze tools. Wanneer gebruik je welk instrument voor welke boodschap aan welk publiek?
In het kort enkele leerpunten, in hoofdlijnen:
- gebruik een klein, overzichtelijk project als proeftuin
- neem de mogelijkheden serieus
- benoem het nadenken over nieuwe media als stap in het projectplan
- denk na over de inzet van tools voor, tijdens en na afloop van een project.

De komende dagen zullen mijn collega's wat reacties gaan schrijven, en die zijn niet allemaal juichend. Ook de sceptici zijn tijdens de workshop aan bod gekomen. Hoe zit het met de rol van conservator die altijd gewend geweest is om de regie te voeren over de publieksbeleving. Wat gebeurt er als die regie uit handen gegeven wordt, hoe kan de kwaliteit nog gewaarborgd blijven?

Heel concreet gaat het Fries Museum de ideeen uit de workshop uitwerken, resultaten zijn binnenkort al te verwachten. In het Princessehof gaan we voor de tentoonstelling Scherven en Geluk 2.0-ideeen uitwerken. De projectgroep voor de introductiezaal gaat het concept aanscherpen en kan daarbij goed gebruik maken van de opgedane kennis.

Nu naar het Fries Museum

Deze foto met de titel 'Nu naar het Fries Museum', en nog veel meer mooie foto's van de tentoonstelling Quilts - Kunst met een Q, kwamen we vanmiddag tegen tijdens het tweede deel van de innovatieworkshop. Reden om een Flickr groep te openen en een aantal fotografen uit te nodigen om hun werk te plaatsen. Binnen een paar uur zijn drie mensen lid geworden van de groep. Laurens Bontes reageerde zelfs binnen een paar minuten. Zo snel werkt Flickr.

Overigens zijn er vandaag, een dag na de opening van de tentoonstelling, al 69 foto's te vinden als je zoekt op de trefwoordencombinatie 'quilts oldehove'.

De workshop vond deze keer in Leeuwarden plaats. We waren te gast bij Tresoar en keken vanuit het computerlokaal uit op de Oldehove, die versierd was met de quilt van de 'Oldehove Quilt Crew'. In de loop van de middag werd de quilt weer weggehaald. De foto's op Flickr blijven bestaan.

(Foto van astrid goes usa)

vrijdag 7 november 2008

David in het museum

Danielle, David, Herald en Kim. Hoe krijgen we deze mensen, die geen traditionele museumbezoekers zijn, het museum in? Hoe bereiken we ze en hoe spreken we ze aan? Vier fictieve mensen stonden centraal tijdens de eerste bijeenkomst van de innovatieworkshop van de Waag Society in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam.

Het thema van de workshop was nieuwe relaties aangaan met je publiek en daarvoor de mogelijkheden van Web 2.0 inzetten. Web 2.0 biedt veel mogelijkheden omdat al veel mensen zich ergens bevinden op het sociale web.

Bij de tweede opdracht kregen bezoekers vier rollen (consument, producent, onderzoeker en curator) en bedachten we niet alleen manieren waarop je mensen die actief iets willen doen kunt aanspreken, maar ook wat het publiek zou kunnen bijdragen aan bijvoorbeeld de W.C. de Groot-tentoonstelling die in april 2009 geopend wordt in het Fries Museum. Het archief van W.C. de Groot is vernietigd, dus alle documenten en verhalen van en over de architect kunnen iets bijdragen. Je ziet dat mensen al spontaan informatie en beeld over W.C. de Groot op Wikipedia en Flickr plaatsen. Als het Fries Museum een meer sturende rol zou aannemen, kan W.C. de Groot nog meer gaan leven op Web 2.0, wat meer belangstelling kan genereren voor de tentoonstelling.