vrijdag 26 september 2008

Open museum op PICNIC

Gisteren vond op PICNIC in Amsterdam de bijeenkomst Open Museum plaats. PICNIC is een jaarlijks multimediafestival dat drie dagen duurt. Museum- en webdeskundigen spraken op de Open Museum-bijeenkomst over de mogelijkheden die Web 2.0 biedt om collecties ook in cyberspace te presenteren en de activiteiten die musea kunnen onplooien dankzij sociale media zoals Flickr. Ik was er helaas niet bij, maar heb wel met veel plezier enkele weblogberichten gelezen over de bijeenkomst.

Bas van den Beld heeft op het weblog Dutch Cowboys een enthousiast verslag geschreven over de presentatie van Seb Chan van het Australische Powerhouse Museum. Dat museum is erg actief op Flickr. Er worden niet alleen foto's uit de eigen collectie op de site gezet, het Powerhouse Museum heeft ook Flickr-groepen waar bezoekers en internetgebruikers aan bijdragen. Zij plaatsen bijvoorbeeld foto's van plekken die op historische foto's van het museum staan, image matching wordt dit genoemd. Deze co-creatie leidt tot grotere betrokkenheid van mensen bij het museum. Het museum vraagt bezoekers ook om informatie en tags.

Chan spreekt van het "museum without walls" als hij het over de aanwezigheid van museumcollecties op internet heeft. Wat het museum te bieden heeft, is 24 uur per dag vanaf elke lokatie ter wereld beschikbaar.

Theo Meereboer van het weblog Erfgoed 2.0 was met een groep studenten van de minor e-Cultuur, module Digital Story Telling, bij Open Museum aanwezig. E-cultuur is een gezamenlijke minor van de de Reinwardt academie en de opleiding MIM van de Hogeschool van Amsterdam. Meereboer stelt ook kritische vragen over de toekomst van gedigitaliseerde musea: "De vraag rijst wel of transparantie en openheid per se bijdragen aan betrokkenheid."

(Foto van straatkunst in Parijs; genomen door Seb Chan)

maandag 22 september 2008

Het web als wapen

Het Amerikaanse Smithsonian Institution is bezig zijn collectie van 137 miljoen historische, culturele en wetenschappelijke objecten te digitaliseren en online te publiceren. Het Smithsonian Institution bestaat uit 19 musea, 9 onderzoekscentra en de National Zoo. Het Smithsionian vervult een belangrijke educatieve rol in de Verenigde Staten.
De nieuwe directeur van het instituut, G. Wayne Clough, wil het web inzetten omdat hij vreest dat musea een steeds minder belangrijke rol zullen spelen in de maatschappij. Hij zoekt samen met internetprofessionals naar manieren om de collectie van het Smithsonian op een aantrekkelijke manier online te presenteren. Hij wil dat de conservatoren van het instituut gaan samenwerken met webdeskundigen en videogame-makers om de enorme collectie van de musea en de onderzoekscentra toegankelijk te maken.

Het Smithsonian wil zich in eerste instantie richten op basisscholen. Het instituut hoopt dat een aantrekkelijke webpresentatie de bèta- en biowetenschappen aansprekender maakt voor scholieren. Hoe lang het zal duren en wat het zal kosten om de gehele Smithsonian-collectie te digitaliseren en online te zetten is onbekend.

(Foto van Shaners Becker)

dinsdag 16 september 2008

Zorg voor infrastructuur

Een titel met een dubbele bodem. Aan de ene kant is het belangrijk dat een Museum 2.0 beschikt over een goede infrastructuur om via het web te kunnen werken. De kick-off meeting van het project, waarover hieronder meer, ging gepaard met een belangrijke probleem: hoe krijgen we een internetverbinding in een filmzaal die daar niet op is ingericht?


Een draadloze router op het raam vlakbij was de eerste oplossing (zie foto), uiteindelijk werd er een lange kabel getrokken. De meeting kon doorgaan!

Zo kom ik bij de tweede lading van de titel: zorg voor het product. De mensen van ICT van het Fries Museum hebben hun uiterste best gedaan de juiste voorwaarden voor een goede sessie te creëren. Met succes!

Kick-off Web 2.0-project

Vanochtend heeft de officiële kick-off van het Web 2.0-project in het Fries Museum en het Keramiekmuseum Princessehof plaats gevonden. Wilbert Helmus beet het spits af en legde uit wat precies de bedoeling is de komende maanden. Daarna mocht ik een presentatie houden over Web 2.0.

De toepassingen van Web 2.0 en het gebruik ervan zijn de afgelopen jaren enorm gegroeid. Daarom duizelde het sommige luisteraars soms een beetje, maar ik hoop dat ik duidelijk heb kunnen maken dat Web 2.0 vooral betekent dat musea en andere instellingen hun content kunnen delen met een grote groep actieve en nieuwsgierige gebruikers (kijk maar eens naar de prachtige foto's van I heart museums op Flickr). Naar mijn mening moeten vooral Flickr en Netvibes de komende tijd een centrale rol spelen bij het delen van content en informatie. Daarnaast zijn natuurlijk dit weblog, Hyves en Delicious belangrijk.

Naast enthousiasme over de mogelijkheden en duizelingen over de enorme hoeveelheid aan mogelijkheden roept een presentatie over Web 2.0 ook altijd veel vragen op bij luisteraars. Ook vanochtend waren er mensen die zich afvroegen hoe het zit met privacy als je deelneemt aan een sociaal netwerk en hoe je kunt voorkomen dat een groep op Flickr vervuild wordt met niet-relevante foto's.

Web 2.0 staat voor delen en openheid, maar dat betekent niet dat beheer en controle onmogelijk is. Een museum heeft niet zoveel privacy. Sterker nog: musea tonen graag wat ze in huis hebben. Er wordt natuurlijk niet van medewerkers verlangd dat ze persoonlijke profielen aanmaken met allerlei details over hun privéleven. En juist het zelf aanmaken van een account op Flickr biedt de mogelijkheid om goede foto's te verzamelen en eenheid aan te brengen in tags.

Morgen vertrek ik naar het Tekniska Museet in Stockholm. Via Flickr heb ik al een beeld gekregen van wat me te wachten staat in

(De foto bij dit bericht is van Christiane Bettens, een Zwitserse kunstliefhebber die eind juli het Keramiekmuseum bezocht en enkele foto's op Flickr plaatste.)

donderdag 11 september 2008

Steppin' into the twilight zone: de roep om kanaalbesturing

"Where am I to go, now that I've gone too far
Help I'm steppin' into the twilight zone
the place is a madhouse, feels like being cloned"

Twilight Zone - Golden Earring

Met de introductie van web 2.0 in musea ontstaan niet alleen mooie kansen om publiek te bereiken en zelfs betrekken, maar introductie stelt een museum zich ook voor een aantal interessante interne uitdagingen. De Friese Musea bevinden zich in de schemerzone tussen volstrekte duisternis en het licht zien. Een aanknopingspunt zit mijns inziens in de visie op het gebruik en de besturing van web 2.0 toepassingen.

In veel musea worden uitingen geproduceerd door verschillende afdelingen: educatieve producten door Educatie, publiekvoorlichting door Marketing en/of Communicatie, etc. In de praktijk heeft iedere autonome afdeling veel vrijheid om producten naar eigen inzicht in te richten, waardoor een interessante mix aan uitingen ontstaat, die allemaal een eigen doel dienen.

Het gebruik van web 2.0 maakt 'traditionele' voorlichting en communicatie (zenden) complexer, nu er een extra dimensie (ontvangen) ontstaat. Een valkuil kan dan ook zijn dat musea alleen gaan zenden naar communities, terwijl het sociale web de verwachting wekt dat er ook wordt geluisterd en gedeeld (zie plaatje).



Naar mijn idee ligt een belangrijke uitdaging voor musea dan ook in het organiseren van sturing in het gebruik van verschillende communicatiekanalen en media om een efficiente en effectieve bijdrage te leveren aan de organisatiedoelen. In andere organisaties is dit bekend onder termen als multi-channel management en cross-media.

Om dat te kunnen bereiken moet er iemand (wie kun je ervoor bellen?) eigenaar worden van Web 2.0 als kanaal. Iemand die kan bepalen welke kanalen je voor welke boodschap inzet, die de regie voert over het gebruik van de kennis en informatie die tools opleveren, die zorgt voor een cross-mediale aanpak. Ook in het kader van dit project zullen ook de Friese Musea daarover een concrete discussie moeten voeren. Belangrijke vragen daarbij zijn:
- welke doelen (organisatiebreed) gaan worden ondersteund met het nieuwe kanaal?
- wie gaan we met het nieuwe kanaal 2.0 benaderen, bereiken en mee samenwerken?
- met welke toepassingen gaan we dat doen?
- hoe gaan we met de input van de webcommunity om?
- wie is eigenaar van de aspecten techniek, functionaliteit en content?
- wie voert regie over de inzet van kanalen bij vraagstukken?

Graag lees ik reacties met commentaren, aanvullingen, nieuwe vragen, etc. We staan immers niet alleen in het schemerduister....

donderdag 4 september 2008

Zijn, waar zij zijn!

Zomaar gevonden op You Tube, twee enthousiaste studenten die een promofilmpje gemaakt hebben van de tentoonstelling Pretty Dutch in het Princessehof! En al een jaar geleden! Flitsende beelden, een marketingbureau zou dit bedacht kunnen hebben.
Dit is het ultieme bewijs dat het museum nieuwe communicatiekanalen kan benutten, met als motto: 'Zijn, waar zij zijn'. En dan te bedenken dat we vanmorgen in een van de opslagruimtes van het museum 4 dozen met gedrukte jaarprogramma's vonden, niet uitgedeeld en wel verouderd. We hebben besloten om deze folders weg te doen.
De tentoonstelling Pretty Dutch is al maanden ontruimd, het filmpje van deze twee meiden blijft bestaan!
Nieuwsgierig geworden: bekijk http://www.youtube.com/watch?v=ouSeuNTHpOo

Het lijkt trouwens zo eenvoudig, maar hoe komt het dat wij als museum niet zulke filmpjes maken? Jammer trouwens dat het 'maar' 32 keren bekeken is, en dat niemand commentaar heeft achtergelaten. Maar daar zijn vast trucjes voor te verzinnen.